En al

Ze eet denk ik ook elke ochtend zwijgend een plak melancholie.


Ook zij schreef een boek, het tekenmeisje uit een ver verleden.
Niet het eerste, want dat is één van de dingen die ze tegenwoordig doet: boeken schrijven voor kleine mensen. Daarnaast staat ze ook nog steeds vol vuur op barricades, voor grote maar toch ook vooral voor kleine mensen.

Dit boek is bijzonder, want het is een soort van kroniek van een kleine geschiedenis waar ik ook een deeltje van mocht zijn. Ze vroeg om er iets over te schrijven, voor de promo. En ge weet ondertussen hoe dat gaat: ik verdrink dan in mijn eigen hoofd op zoek naar de juiste woorden en lig gesmolten in een plasje op de grond als ik terugdenk aan die tijd.

Er is zo’n Pinterest-inspirational quote die zegt “it takes a village to raise child” en die internetbubbel van 15 jaar geleden, dat was mijn village.
Ik had in dat dorp mijn virtuele erf, met woorden die als gruzelementen uitgespuwd werden als ik weer eens een steen had ingeslikt, Coeur (in mijn hoofd geen Noëmie, neen, t is Coeur) had het hare met die prachtige bedachtzame verhalen met net voldoende grijstinten en zo vaak de zee.
In ons dorp woonden tientallen moeders én vaders en ook al was het internet, we deden alles wat fijne buren doen. Helpen, luisteren, babbelen, ventileren, zeggen dat alles beter wordt, kwaad worden, soms samen en soms op elkaar. Checken of alles ok was als het stil bleef. Meevieren als er vlagjes werden opgehangen. Zo samen in de loopgraven van het jonge ouderschap, de verbouwingen en het geploeter: dat schept een band.

Het hart van een mens opgebouwd uit alle dingen die ge graag hebt gezien. Een week en warm plekske in het mijne is voor altijd voorbehouden voor dat online dorp van toen. Ik wou dat ik kon zorgen dat iedereen zo warm omringd is.

De opbrengst van dit boek gaat naar De Kinderopvangzaak. Belangrijk werk en een mooi boek. Meer uitleg hebt u niet nodig, toch?

P.S.: Coeur heeft het zelf over de mommy-blogs.. Ik had deze plek al lang voor ik een moeder mocht zijn, dus voor mij voelt het misschien een klein beetje anders. Aan de andere kant, ik speld de titel “mommyblog” met plezier op – als een medaille van het leven.

P.P.S.: alweer een jaar voorbij, ja. Daarover zal ik dan later eens vertellen. Misschien volgende week, maar het kan even goed volgend jaar zijn.

En al

Ik open kistjes en lees woorden van andere mensen.

Jean-Baptiste Andrea schreef een boek: honderd miljoen jaar en een dag. Als u het nog niet hebt gelezen dan ben ik stiekem een beetje jaloers, want de eerste keer van een prachtig boek of een goede film is zo onovertroffen qua ervaring. Maar ik heb het dus gelezen, ergens in deze lente van 2024 die al acht tot tien keer een valse start maakte en daarna toch weer tot herfstweer beslist. Poef. Daar ging maart en opeens was het al eind april en had ik niet geschreven. Ondanks mijn goede voornemens heb ik zelfs geen tijd gehad om te denken aan schrijven.

Lezen deed ik wel. Dat is ook met woorden, maar dan geschreven door mensen die dat beter kunnen. Andrea en ook een boek over hoe de meeste mensen deugen, omdat ik daarvan overtuigd moest worden na een winter vol genocide en discriminerende klap.
En verder heb ik duolingo gedownload en omdat ik een streber ben heb ik nu al 50 lessen Italiaans gedaan. We moeten dus naar Italië op reis, want anders kan ik aan niemand bewijzen dat ik l’insalata con primo foutloos kan bestellen. En dat zou zonde zijn nietwaar.

En al

Ik heb eigenlijk geen tijd voor statusupdates.

Ik hou zielsveel van sociale media. Altijd al zo geweest en ik maak daarbij ook geen onderscheid tussen verschillende platformen: het heeft allemaal zijn charmes. Allez, behalve LinkedIn dan, want hoewel Zuhal daar blijkbaar vanalles tegenkomt en dan vooral ongevraagde piemels van vreemde mannen, vind ik het zelf een behoorlijk saaie bedoening. Maar al de rest? Love it. Facebookgroepen die ik volg voor de inhoud, maar evengoed een aantal die ik lees als een soort van antropologische observatie (Ja, ik ben zot van gekke gifs met beertjes die me goeiemorgen wensen, “ge zijt van gent als ge.”). Ik hou van de meningen en de grapjes op X en Threads, van de perfecte levens op Instagram. Het liefst zou ik de hele dag scrollen en antwoorden en hartjes geven en tussendoor voor de afwisseling kijken naar filmpjes van panda’s die van een glijbaan vallen. Want panda’s die van een glijbaan vallen zijn goed voor mijn hart.

Spijtig genoeg moet ik vooral werken, de laatste week. Veel les, veel vergaderen, informatie geven aan nieuwe studenten én twee dagen Freinetopleiding geven. In die week heb ik zeker tien keer gedacht “oh, daar moet ik online eens iets over vertellen”. Over een fantastische analyse van Het Fameuze Rapport Van Wijzen Over Alles Wat In Het Onderwijs Moet Veranderen, bijvoorbeeld. Over hoe de 18-jarigen zijn die gretig en popelend op een vrije woensdagmiddag met 1 of 2 ouders naar een infomiddag komen en hoe blij ik daarvan word. Of over de school die ik mocht bezoeken, dit weekend, in Brussel. Een kunstbasisschool, de enige (?) tot nu toe in ons land, en hoe inspirerend dat was.

Spijtig genoeg heb ik dus principieel geen tijd voor statusupdates, momenteel. Gelukkig zijn er nog panda’s die van een glijbaan vallen, dat maakt veel goed.

En al

Vijftig tinten beige.

Nu ons kind is uitgegroeid van een kleine kleuter naar een puber die wat meer ruimte inneemt, zijn we hier thuis langzaam aan het uitkijken naar een nieuwe zetel. Onze sofa is behalve krap namelijk ook wat afgeleefd geworden: we kochten hem met de cadeau-centjes van ons huwelijk en dat is toch ook al 10 (TIEN!) jaar geleden.
Het ding heeft meer afgezien dan het huwelijk op die tien jaar, want het huwelijk is niet de favoriete ligplaats van ondertussen drie katten met groezelige poten en aan het huwelijk kuist een opgroeiend kind haar handen niet af als ze paprikachips heeft gegeten. Ik zeg maar iets.
De zetel in kwestie is overigens bleek lichtblauw-grijsachtig. In stof, geen wasbare hoezen. Bloedmooi, maar lees de vorige alinea efkes opnieuw en concludeer: die keuze was vragen om miserie. Ik heb dan ook ongeveer ten tijde van het houten huwelijksjubileum al beslist dat antraciet, petrolblauw of kakigroen ook heel mooie kleuren zijn, voor toekomstige zetels.

Enfin. Ik zocht een paar weken geleden (Ziekteverlof. Onverwachte vrije tijd.) op een verloren middag wat zetels op het internet en daarna gebeurde wat tegenwoordig altijd gebeurt als je één keer iets opzoekt: op elk nieuwssite en in elke app word ik sindsdien 24/7 overspoeld met gigantisch veel advertenties van ongeveer elke momenteel bestaande zetel. Ik ken de markt dus ondertussen wel al een beetje. Of toch de markt van merken die geld geven aan advertenties op instagram. FLEXIBELE MODULAIRE SYSTEMEN OVERLOAD.

Zaterdag hadden mijn lief en ik geluncht in de stad en we wandelden wat rond daarna. Het begon te regenen en net op dat moment passeerden we één van de winkels die me advertenties hebben gevoerd de laatste tijd, dus natuurlijk moesten we daar efkes binnen lopen. Ik ben blijkbaar een sucker op gebied van targeted advertising.

De winkel in kwestie was van het soort waarvan ge onmiddellijk weet: dat gaat hier wel een centje kosten. Geurend naar een huisparfum gemaakt van verpulverde biljetten van 100 euro en meiklokjes. Perfect geschminkte en proper gekamde winkeldames met allemaal dezelfde stijlvolle zwarte broek en een oversized kraakwit hemd. Kendet? Ge kent het.

Ik vind dat wel eens plezant, zo’n winkel. Ware het niet dat werkelijk alles in de winkel beige was. Lichtbeige, donkerbeige, bijnawit-beige, bijnagrijs-beige. Lampen, vazen, decoratie,-zittingen van stoelen, schilderijen: beige.
Zo ook de vijf verschillende soorten sofa’s. Ik werd er een beetje baldadig oogrollend van en mijn lief heeft sowieso niet zoveel voorzetten nodig om grapjes te maken, dus na een paar minuten waren we giechelend zetels aan het testen terwijl ik me mijn kind voorstelde die na haar fietstocht door de regen en plassen met een modderbroek en vuile schoenen neerploft in een beige zetel. Om een kruimelende chocoladekoek te eten. Been there, done that.

Eén van de proper geschminkte dames liet ons weten dat we hulp mochten vragen en dat alle modellen in alle mogelijke uitvoeringen verkrijgbaar zijn. FLEXIBEL MODULAIR SYSTEEM en “in deze map staan alle opties”.
Met een brede armbeweging wees ze vervolgens naar een muur met ONEINDIG VEEL OPTIES VOOR BEKLEDING. En ze had gelijk: wel minstens 30 tinten beige. En – hou u vast – ook grijze stoffen. Lichtgrijs, bijnawit-grijs, bijnabeige-grijs. En één donkergrijs, voor de mensen die het echt zouden willen. Wel precies het soort donkergrijs dat ik niet mooi vind. Faut le faire.

De zetels zelf waren gelukkig ook niet zo comfortabel en de regen was ondertussen gestopt, dus er is alweer een kogel van onmogelijke keuzes maken vermeden. Op naar het volgend flexibel modulair systeem.

En al

(Half)platte rust.

Ik moest dus een kleine ingreep ondergaan en deed dat met frisse tegenzin. Meer dan twee weken verplicht en gepland thuis blijven, dat is niet zo mijn gewoonte en dapper zijn en doordoen is zowat de huisstijl. Onterecht, maar ik ben een kind van mijn tijd en heb me daar ondertussen bij neergelegd.

Edoch. Als een huisarts, twee specialisten en een bevriende dokter unisono zeggen “het is nodig” en ge zelf al eens een wijsneuzerige boom durft opzetten dat “iedereen zijn eigen expertiseveld heeft en dat het een goed idee is om mensen die ergens voor gestudeerd hebben wat vertrouwen te geven”, ja dan kijk.

Ik plande de operatie halverwege mijn verlof en maakte vervangopdrachten en een leerpad voor mijn studenten. Er zou niet geluierd worden, meneer. Van tevoren had ik bovendien een strak en ambitieus plan waarbij ik in dat ziekteverlof ons huis zou opruimen en organiseren én alle lessen van het semester zou voorbereiden. Het was een troost en een sussen van mijn eigen flinke geweten.

En toen bleek dat de voorgeschreven rust geen overbodige luxe was en dat het opruimen te veel energie vroeg. Na een ambitieuze “ik ga zelf naar de bakker” op dag drie, een duizelingske en een middag gejammer in de zetel daarop volgend, capituleerde ik. Ik bekeek drie netflix-series, las echte dikke boeken (Nirvana van Tommy Wieringa, trouwens. Thank me later.), reanimeerde deze blog en genoot zowaar van de rust.

Zodanig dat ik nu wat bang ben om opnieuw te gaan werken, overmorgen. Mijn agenda vult zich schrikbarend snel, het semester is nog niet helemaal voorbereid, maar er zijn ook twee boeken die nog liggen te wachten en dat schrijven hier bevalt me toch meer dan gedacht.

Tijd om wat prioriteiten te herdefiniëren, geloof ik. Want ik moet ook het huis nog een keer opruimen natuurlijk.